The Cyclist Upon A Hill

Lance Armstrong deed afgelopen donderdag en zondag zijn verhaal bij Oprah Winfrey. Een verhaal dat zo oud is als Amerika zelf.

“Gatsby believed in the green light, the orgastic future that year by year recedes before us. It eluded us then, but that’s no matter – tomorrow we will run faster, stretch out our arms further… And one fine morning – So we beat on, boats against the current, borne back ceaselessly into the past.”

Het einde van Francis Scott Fitzgeralds The Great Gatsby is een van de bekendste fragmenten uit de wereldliteratuur. De Amerikaanse droom, om enerzijds steeds sneller, verder en harder stroomopwaarts te willen gaan, en anderzijds zo een lichtend voorbeeld te zijn voor de wereld, had voor Fitzgerald één fundamenteel mankement. Door hun eindeloze ambitie lopen zij die de perfectie boven de menselijkheid plaatsen met hun hoofd tegen de muur, steeds sneller en harder.

De zaak Lance Armstrong was al langer in de eerste plaats extrasportief nieuws geworden. Het waren dan ook vooral de sportjournalisten die nog hoopten dat zijn tweedelig interview met Oprah Winfrey antwoorden zou brengen op de sportieve vragen: hoe hij zo’n illustere dopingcarrière heeft kunnen verbergen, en – belangrijker – wie hij aan de galg zou praten, een actie die traditioneel de meest effectieve weg naar strafvermindering is.

Ze hadden echter beter moeten weten toen bekend raakte dat net Oprah Winfrey de vragen zou stellen. Sinds de oprichting van haar eigen kabeltelevisienetwerk OWN moet Winfrey het met veel minder media-aandacht doen dan ten tijde van haar praatprogramma op de nationale televisiezenders. Een symbolisch veelzeggend gevolg was haar degradatie uit Time 100, de lijst die jaarlijks de honderd meest invloedrijke mensen ter wereld rangschikt. In 2012 was Winfrey er voor het eerst niet bij.

De gevolgen waren duidelijk. Winfrey greep terug naar het recept waar ze groot mee geworden is. Zelf medeberoemdheden voor de camera halen die in ruil voor de vele kijkers mogen getuigen over hun hybris en catharsis. Dat ze net Lance Armstrong wist te strikken, was een godsgeschenk te noemen. Een kruisverhoor zou het dus nooit gaan worden, maar vragen als: “Heb je ooit in een van je zeven winnende Rondes van Frankrijk doping gebruikt?” deden zelfs de tenen van de meest amateuristische Belgische wielerjournalist krullen, laat staan onze autoriteiten in het vak.

Lance Armstrong is een sporter, een wielrenner bovendien, en een Amerikaan. Daarmee scoorde Winfrey drie op drie in de vereisten voor een zo mythologisch mogelijk portret van een nationale (anti)held. Ten eerste is sportverslaggeving veruit de meest lyrische der journalistieke takken. Wereldleiders en weldoeners worden doorgaans minder bezongen om hun prestaties dan een triomferende quarterback of bokser.

Ten tweede beloont geen enkele andere sport een knappe prestatie zo snel met een heldenstatus als het wielrennen. Die overvloed aan helden leidt er ook in zekere mate toe dat ze veel sneller terug van hun sokkel vallen. De zeldzame combinatie van een ploegsport waarbij zowel kenners als leken zich regelmatig afvragen wat nu de meerwaarde is van de ploeg zorgt voor extra profilering.

Ten slotte hebben Amerikaanse beroemdheden meer dan wie ook zo’n tragisch-heroïsch aura rond zich hangen. Het volk stemt voor zijn vertegenwoordigers in rechtstreekse duels. Persoonlijke accolades staan hoger aangeschreven in de filmwereld dan het eindresultaat. En ja, ook de MVP of most valuable player is een typisch Amerikaanse uitvinding. Dus als Barack Obama, Steven Spielberg of Michael Jordan hun team of cast bedanken, maakt dat weinig verschil uit voor het collectieve geheugen.

Het doel heiligt zowel in het wielrennen als in Amerika de middelen. Het respect voor de leider is er met de paplepel ingegeven. John Winthrop, Abraham Lincoln, J.F. Kennedy, Martin Luther King, Malcolm X, Walt Whitman, zelfs F.S. Fitzgerald. Allemaal hebben ze een ding gemeenschappelijk: hun prestaties waren memorabel, maar het zijn hun woorden die hen hun mythische status hebben opgeleverd.

De gele trui als lichtend baken, de zeven eindzeges in de Ronde van Frankrijk als grensverleggende prestatie. Ook Armstrong hoopte na een carrière vol memorabele symboliek op wat meer krediet door zijn fouten publiekelijk toe te geven, maar de speeches van de Amerikaanse helden zijn, op een verhelderend moment van de president na, niet meer wat ze geweest zijn. En de vergevingsgezindheid van het Amerikaanse volk is, op een herverkiezing van de vorige president na, ook niet meer wat het geweest is.

Intussen heeft IOC-voorzitter Jacques Rogge Armstrong opgeroepen om meer details prijs te geven over handlangers en methodes. Gewezen zeilers houden er nu eenmaal niet van om door de stroming onophoudelijk teruggeslagen te worden naar het verleden.

This entry was posted in Uncategorized and tagged , , , . Bookmark the permalink.

Leave a comment